zaterdag 22 januari 2011

Zondag 10 januari 1943

Tweede zondagmorgen in den vreemden, het is 8 uur als ik ontwaak, nu Jan en Arend, zijn al reeds op, en zijn al aan het brood eten, nu ik ga me wassen en ga ook vast een sneetje brood eten, en me aan kleeden, Jan en Arend zijn reeds al met de brieven naar het postkantoor en ik begin wederom in mijn dagboek te schrijven, ondertussen komen de anderen ook uit bed, en gaan der eigen wassen, nu ik heb de heele morgen in mijn dagboek zitten schrijven tot bijna 1 uur toe, nu toen zijn wij weer gaan eten en nu kregen wij soep vooraf, en daarna aardappelen, met gestoofde roode kool, en vruchten met sap na, nu het smaakte weer fijn hoor.
Nu na het eten hebben we nog een glas bier gedronken en hebben toen nog een poosje zitten praten, toen gaf Ari nog een rondje broossewasser, dat is net als ranja, nu het smaakte best, na nog even gezeten te hebben zijn wij om half drie opgestapt, en toen zijn wij weer naar de fabriek gegaan, en daar ben ik toen gebleven met Ari en Arend. En Gerrit, en Teun, Jan en Roelof zijn toen de bergen weer in geweest, en wij hebben zitten schrijven in ons dagboek, want wij waren allen een stuk achter, en dat wilden wij nu eerst inhalen, dus heb ik ook de heele middag weer zitten schrijven tot en met 7 uur, want toen was ik net gelijk. 
Nu Jan en Roelof kwamen om 5 uur terug uit de bergen, en ze zeien, dat wij er allemaal eens heen moeten, want daar zij nu geweest waren, had je een prachtig gezicht over de stad heen zeiden ze, nu dat zullen wij nog wel eens doen, eerst eten wij nu brood, en zitten dan gezellig nog eens te kletsen, wij kregen voor het brood ook nog even bezoek van de Franse krijgsgevangenen, die kwamen nog eens even bij ons kijken, en even een poosje praten,  want ze waren nu aan het werk, en moesten nu even wachten op een auto, nu ze hebben nog even wat foto’s staan te bekijken, en toen moesten ze al weer weg, want toen kwam er al weer een auto aan voor ze om te lossen. Nu en na het brood ben ik nog even aan het schrijven gegaan in mijn dagboek, en ondertussen zijn Jan en Teun een beetje aan het boomen over de polietiek, maar dat is ook maar even, want zeiden ze, we weten er allebei even weinig van af, en nu hebben wij allen ons dagboek bij, behalve Roelof, die houdt er geen dagboek op na, nu en Arend is na het brood al naar zijn bed gegaan, omdat hij niet wist wat of hij doen moest, en nu zit Ari op het kaft van zijn dagboek te schrijven zijn naam en wat voor een boek het is en Teun zit een sigaret te draaien, en Gerrit zit ook in een boekje te snuffelen, en Roelof staat bij Ari te kijken, en Jan is ook weer in zijn dagboek begonnen, en nu komen net de Amsterdammers weer binnen, en die zeggen dat ze naar Kassel zijn geweest, en nu hadden ze maar één kaartje gehad, enkel om naar Kassel te gaan, want nu ze terug moesten, hadden er een stel van de groene poliezei op het station gestaan, en nu hadden ze niet meer met de trein mee gedurfd, en toen zijn ze maar komen loopen, want ze zijn nu net binnen en het is nu vijf over 7, maar ze zeien ook, wat zitten wij hier dan in een hemel, want wat hebben die jongens het daar slecht, ze worden met de politie naar het werk gebracht, en weer terug gehaald, nu en dan krijgen zij twee aardappelen of drie en zitten er dan een paar slechte nu daar krijg je geen andere voor, ja wat het eten betreft, dan hebben wij het hier reuze voor elkaar.
En nu zitten wij hier met een heel koor bij elkaar, Jan is net bezig wat pap te koken, ik heb nu mijn pak gort mout gegeven, en Jan zal er wat griesmeel bij doen om het een beetje te binden, nu om 8 uur hebben wij gegeten en het was weer net als altijd, lekker voor ons doen, want wij hadden ze weer in de melk gekookt, nu en dat smaakt beter, als in water. 
Wij hadden dan het eten om kwart over 8 op, en Jan en Arend zijn meteen naar bed gegaan, en wij zijn nog wat opgebleven, ik heb nog wat zitten schrijven in mijn dagboek, en een beetje erin zitten lezen, nu en er waren nog andere jongens naar Kassel geweeest, en die zijn nu net terug, en die jongens hadden nog een Hollandse krant meegebracht, zoo dat wij weer eens een Hollandse krant onder onze oogen krijgen. 
Na nog even gepraat te hebben heb ik me toen ook uitgekleed, en ben toen ook maar naar bed gegaan, het was toen kwart voor 10, maar van slapen kwam vooreerst nog niets, want die eene Amsterdammer begon op zijn mond orgel te spelen en de andere er een beetje bij zingen, en een begon er bij te dansen. Nu en daar hebben wij ons slap om gelachen want die haalde van die rare grimmassen uit, dat je lachen moest, of je wilde of niet, nu en dat ging zoo door tot een uur of 11, en toen begon het stil te worden, en nu was ik weldra in het droomenland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten