‘s Morgens een beetje bijtijds opgestaan, gewassen, koffie en brood klaar gemaakt, ons aangekleed en brood gegeten en zijn toen met z‘n drieen Arend v/d Groep, Jan en ik naar het postkantoor gegaan om brieven te posten, daarvandaan zijn wij de stad in gegaan en hebben nog wat ansichtkaarten gekocht en schrijfblokken, voor een dagboek. Zijn toen weer naar de fabriek gegaan, hebben daar even gezeten en zijn toen gaan eten, daar kregen wij boerenkool, met pap vooraf en vruchten na. Nu dat was alles heerlijk, zijn toen na het eten weer terug naar de fabriek gegaan en hebben weer zitten schrijven, ik ben toen met mijn dagboek begonnen en de andere jongens, zoo als Teun, Arie en Gerrit en Roelof zijn toen de stad ingegaan, ook om boeken te koopen, en hebben toen meteen wat aardappelen meegebracht en kool, nu en ondertussen was ik aldoor druk met schrijven in mijn dagboek, wij hebben toen nog even zitten praten, en dan weer zingen, en nu was het al weer tijd geworden voor de boterham, nu en wij hadden Teun en Arend v/d Groep aangesteld als brood klaarmakers en Jan Heek als kok, en dan zou de rest de vaat afwassen, dan hadden wij allemaal wat te doen, nu en wij hadden het brood op.
Nu en toen ging een ieder aan zijn arbeid.
Wij hadden ‘s middags ook nog geprobeerd om een foto van ons zevenen te laten maken.
Wij waren eerst bij een fotograaf en die was niet eerder op als ‘s middags 3 uur. Nu wij zijn toen de stad ingegaan om het daar te proberen. Toen bij de tweede kregen wij geen gehoor. Toen dan maar de derde, daar hebben wij het hele huis door lopen krossen met zijn zevenen, en tenslotte zaten wij allen boven daar in zoo’n kamertje en daar ontmoeten wij zoo’n oude man, en die zij dat hij het niet kon doen. Nu wij zijn daar toen weer vandaan gegaan naar de eerste fotograaf toe, die was nu open en daar kregen wij te hooren dat wij nu niet terecht konden, dat wij morgen maar om 12 uur terug moesten komen. Dus konden wij weer onverrichtte zaken terug keren, nu en ‘s avonds na het brood heb ik mijn sokken opgezocht, want die waren kapot gegaan en die heb ik toen zitten stoppen. Maar dat was me een karwei, want ik heb vast een uur aan de gang geweest voordat ik een paar gaatjes dicht had.
Nu en de andere jongens zeiden dat het netjes was, nu ik zelf kon er niet over roemen. Want als ik dan de stopjes van mijn vrouw bekeek, nu dan lekken die stopjes van mij nergens op, maar affijn dat mag hem niet hinderen. Ik heb toen nog een washandje wat dicht zitten naaien en zoodoende had ik mijn goed al weer dicht nu en Gerrit die was ook nog aan het stoppen want die had ook grootte gaten in zijn kousen, maar Gerrit die houde in het laats maar op want die waren zoo kapot dat hij er geen kans meer voor zag om ze dicht te krijgen, nu en Arend was ondertussen druk met koekjes te maken, want wij wilden nu wat betere koekjes hebben, nu en ze werden beter ook want nu smaakte ze heerlijk. Wij hebben daarna nog wat gegeten en zijn toen weer zingend onder de wol gekropen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten