Donderdag 24 december:
’S morgens om 6 uur worden wij gewekt door den portier. Nu hoorde je allerlei geluiden, de een gaf een wind, de ander zat te geeuwen, en Teun begon te zingen, na veel lawaai en gestommel zijn wij tenslotte, alle uit het bed vandaan, en beginnen ons te wassen, en een sneetje brood te eten, zonder koffie, ik neem er maar een slok water bij, want wij hadden nog geen koffie gekookt, omdat de koffie nog ingepakt zat, maar wij behoefden niet lang op koffie te wachten, want even later kwam de portier, met een halve emmer met koffie, daar wij allen op af gingen, en een paar koppen naar binnen werkte, toen dat weer afgelopen was, kwamen er een ploegbaas of 3 die onze namen op kwamen nemen, en toen dat geschied was, moesten Jan en ik met Meester Treebink mee, en Arend en Roelof en Teun weer met een andere Meester, en Ari en Gerrit ook weer met een Meester, zoodoende waren de arbeidskrachten verdeeld en moesten wij mee met de verschillende meesters, dus Jan en ik gingen mee met meester Treebink, na twee trappen opgegaan te zijn, en een gangetje door, belande wij bij de plaats waar wij arbeiden moesten, nu ik kwam bij een oude man aan een machiene te staan, nu en ik kan wel zeggen dat ik daar niets te doen had, net zoo nu en dan, even helpen beuren aan een rol papier. Nu en zoo ging dat de hele morgen door, tot een uur toe, en omstreeks 12 uur kwam er een juffrouw bij mij die mij de eerste levensmiddelenkaart bracht, of liever gezegd twee, want zij gaf mij er een voor deze week, en een voor de volgende week, dus kon ik zoo al op mijn bonnen gaan koopen, nu en om een uur konden wij gaan, toen hadden wij ons werk af, en waren wij vrij tot maandag 28 december. Wij zijn toen met zijn allen naar het Hotel gegaan om te eten, en daar aangekomen stond de tafel al gedekt, voor ons, bord, met mes en vork, en voor ons gestoofde rooie kool met aardappelen en vleesch, nu dat alles was dik voor elkaar, wij hadden die middag niet te klagen, na nog een glas bier gedronken te hebben zijn wij toen weer naar de fabriek gegaan en zijn wij alles nog eens goed in orde wezen brengen en zijn toen aan het schrijven gegaan, nu ik heb eerst een lange brief naar mijn vrouw geschreven, en vervolgens naar de andere familie leden, tenslotte zijn wij toen de stad ingegaan naar het postkantoor om onze brieven te posten, en daar vernamen wij dat wij zelf onze brieven moesten posten, hetwelk ons geweldig tegenviel, maar ja, er was niets aan te doen, hoe of je dan praat, het baad je niets, na toen nog even door de stad te zijn gegaan, zijn wij om 6 uur weer naar ons lager gegaan, daar hebben wij toen brood klaargemaakt, en koffie gezet, en daarna hebben wij het naar binnen gewerkt. Nu de vaat nog even wassen en weldra klinkt weer het schoonste lied, en zo zoetjes aan verstrijkt de avond, zo is het ongemerkt 10 uur geworden, en nu aan de vooravond van Kerstmis, begint Teun met het schoone Kerstlied te zingen van Stille Nacht, Heilige Nacht, en weldra vallen wij allen in, en zoo klinkt uit 7 monden de schoone kerstliederen, want na het eene, volgt weer een ander lied, en tenslotte klinkt nog het mooie, Ere zij God, zoo is het ongemerkt al laat geworden, voordat wij aan slapen beginnen te denken, en dan begint Teun weer met een zeer meesleepend, en toch zoo mooi lied te zingen, daar wij allen met aandacht naar zitten luisteren, en ik wil niet nalaten om het hier te vermelden, het was aldus,
Kinderkend, kerstsouvenier:
Stille Nacht, Heilige nacht.
’t Kindje slaapt, sluimert zacht.
Als je nu zoetjes slapen gaat
En je morgen dan weer ontwaakt.
Wacht jou een heel groot plezier
Krijg je een kerstsouvenier.
Stille Nacht, Heilige nacht.
Hebt geduld, meisje en wacht.
Papaatje die heeft het je stellig beloofd.
Als je mamaatje nu toch niet gelooft,
Neem er dan pen en papier
Schrijf om je kerstsouvenier.
Stille Nacht, Heilige nacht.
Terwijl ik schrijf, wat mijn verlangen verwacht
Mamaatje vind goed, wat ik schrijvende u vraag
Wat ik het liefste er wil hebben vandaag
Liefste papaatje kom hier
Bij mij er als kerstsouvenier.
Stille Nacht, Heilige Nacht,
Aan het front, staat op wacht
Papaatje en lees dan die innige brief
Van mijn kindje hem o toch zoo lief
Denkt aan het huis hem zoo dier
Kindekens, kerstsouvenier.
Stille Nacht, Heilige Nacht
Duizenden mannen worden geslacht
En aan het felst van die hevige strijd
Sneuvelt papaatje van de kleine meid
Offert voor het vaderland fier
Kindekens, kerstsouvenier.
Stille Nacht, Heilige Nacht
Gordijnen zijn neer, rouwkoets die wacht
Bij het ontvangen van die donkere brief
Stierf van droefheid mijn moedertje lief
En als wees sta ik nu hier
Dit was mijn kerstsouvenier.
Net had Teun het uitgezongen, of wij zeiden tegen hem, dat liedje moeten wij ook hebben, nu zei Teun, dan zal ik het morgenavond wel voor u dicteeren, wij zeiden. Nu dat is dan voor mekaar, en na nog gezamenlijk een paar liederen gezongen te hebben, zijn wij naar bed gegaan. Maar voordat wij sliepen, hadden we nog de grootste schik, want die wist dit te vertellen, en een ander had weer wat anders te vertellen, en zoo zijn wij dan laat zoetjes aan ingedommeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten