Zondag 27 december:
Het is 9 uur voordat er weer leven komt in de brouwerij. Jan die is de eerste, die van het rik af gaat en even later volgen de andere hanen zijn voorbeeld en weldra zitten wij weer aan een kopje koffie met een boterham. Teun en Ari gaan even brieven posten en ondertussen ruimen wij de boel een beetje op en een lied ontbreekt niet als wij aan de arbeid zijn. Het is nu aldoor weer van, knaapje zag een roosje staan en waar de blanke top der duinen en ondertussen komen er een paar Duitse kinderen stiekem bij ons om de deur gluren en rennen dan gauw weer weg als ze ons zien, maar even later dan zijn ze er al weer en dan komen ze even bij ons kijken nu en dan is het weer etenstijd geworden. Wij komen binnen en daar zitten Duitsers op onze plaats, daar wij altijd zitten, nu de juffrouw gaat even naar ze toe en zij moeten op staan en aan een andere tafel gaan zitten, en dat doen ze ook en nu kunnen wij gaan zitten, dus wij hebben hier een vaste plaats en worden nog beter behandeld als de andere mensen, ja en dit is niet de eerste keer maar dit is al meer voor gekomen dat ze voor ons op moeten staan en nu kregen wij opgediend, soep, aardappelen, kool, vlees en appelmoes na, nu en dat smaakte fijn hoor, na nog een glasbier gedronken te hebben zijn wij weer opgestaan en zijn naar de fabriek gegaan en daar aangekomen gingen Ari en Teun direct aan het schrijven en daar hadden de anderen geen zin in want wij wilden gaan wandelen omdat het zulk mooi weer was. Na nog even getwist te hebben over gaan of niet gaan, besloten wij dan eindelijk om te gaan wandelen en toen zijn wij dan de bergen ingegaan, maar dat was me een klimpartij, wij waren halverwege en toen hebben wij eerst gerust en na een minuut of 10 gewacht te hebben zijn wij weer verder gegaan. Eindelijks waren wij dan bovenop, nu ik schat dat wij een duizend meter boven de begane grond waren, het was jammer dat het zicht zo slecht was want je kon niet ver van je af zien, maar iedere keer dan konden wij eens zo tussen de bomen door zien en dan keek je zo op de stad neer en dat was een schitterend gezicht want dan zag je die huisjes zo in de bergen staan en dan keek je er zo op neer, nee het was prachtig in één woord. Nu en de aftocht dat ging beter, dan de optocht, want nu moesten wij ons iedere keer tegen houden anders dan zouden wij zo hard moeten rennen en dan kon je het niet uit houden. Nu wij waren gauwer beneden dan boven en toen zijn wij weer naar de fabriek gegaan. Daar aangekomen hebben wij eerst brood gegeten en toen gebeurde er iets dat de orde en rust dreigde te verstoren, want Arend van de Groef was het niet eens over het brood verdelen en toen ontstond er een klein kibbelpartijtje tussen Arend en de andere jongens. Na enige ogenblikken gekibbeld te hebben dreef dat buitje ook weer spoedig over en kwam zo langzamerhand de stemming er weer in want wij kwamen overeen om in het vervolg de donkere wolken zo veel mogelijk langs ons heen te laten gaan, want wij zitten nu eenmaal in het schuitje en moeten dus varen en ondertussen was het al weer laat geworden. Wij hebben toen nog wat griesmeel er in gedaan en toen begon ze wat dikker te worden. Nu toen ze wat kouder geworden was, hebben wij ze naar binnen gewerkt en zijn toen naar bed gegaan en sliepen wij weldra als een roos en die zondag hadden wij niet behoeven te werken, zoals het ons eerst was gezegd. Nu wij waren er blij om ook hoor, zo is dan de eerste zondag in Duitsland verlopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten