Vrijdag 1 januari:
Het is al 1 uur geweest voordat wij gaan slapen, want wij hebben eerst alles lekker opgesmuld en zijn toen met een dikke buik onder de wol gekropen, tot 's morgens 9 uur, toen opgestaan, gewassen, koffie gezet, brood gegeten en daarna wat zitten schrijven. Ondertussen ruimen de jongens de boel een beetje op en lopen wat te zingen en zo zachtjes aan is het weer etenstijd geworden, nu en het eten daar is goed, wij nemen nog een pot bier na en zitten nog even te praten en zijn daarna Jan en ik naar die Duitser gegaan, maar die kwamen wij toen net tegen in de stad met zijn vrouw en zoontje en die zei, ja ik dacht dat jullie niet meer kwamen omdat het al zo laat werd, maar zei hij, weet je wat, wij gaan nu, naar een broeder van mij, komen jullie een zondagmiddag dan, nu wij zeiden dat is goed, dan komen wij zondagmiddag, nu wij hebben toen nog even staan praten en zijn toen de stad ingegaan, hebben daar wat ansichtkaarten gekocht en wat schrijfpapier en hebben toen nog even rond gedwaald en zijn toen weer naar de fabriek gegaan. Nu en toen kwamen wij de andere jongens ook net tegen en toen zijn wij weer met zijn allen naar de fabriek gegaan, want wij hadden natte voeten gekregen in de sneeuw. Hebben toen eerst onze schoenen uitgetrokken en sokken en hebben toen brood gegeten en ons weer verkleed want nu gingen wij toch nergens meer heen. Nu toen ben ik weer aan het schrijven gegaan en heb toen een stel kaarten naar familie en kennissen geschreven. Hebben daarna koffie gedronken en wat koekjes gebakken nu en die smaakten goed, net het zout dat was er in vergeten, maar dat mag hem niet hinderen, wij hebben toen nog gauw een pan met mout gekookt en zijn daarna gauw naar bed gegaan. Zo was dan de eerste dag van het pas begonnen jaar weer om en wij hadden allemaal de wensch uitgesproken dat het het jaar van de vrede mag worden, dat wij volgende nieuwjaarsdag weer bij onze vrouw en familie mogen wezen voorgoed.